Ook voor zedendelinquenten moet het mogelijk zijn én blijven om na een veroordeling in het verleden nog een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) te kunnen krijgen, bijvoorbeeld in die gevallen waarin een zedenzaak in het geheel niet relevant is voor de beoogde functie of wanneer het recidive risico door alle aantoonbare persoonlijke ontwikkelingen (therapie, behandelingen en begeleiding etc.) van de aanvrager inmiddels niet langer meer aanwezig is. Hoewel de Beleidsregels strikt zijn en afdeling COVOG van Dienst Justis doorgaans weigert, ziet de rechtbank in (bijzondere) gevallen gelukkig meer ruimte om tot toewijzing van een VOG over te gaan, zoals ook in onderhavig geval waarin ik cliënt succesvol heb bijgestaan tot hij zijn VOG heeft ontvangen.
